geboden

  • Monique

    Hallo,

    In een trouwakte uit 1809 kom ik de drie huwelijks geboden tegen, kan iemand mij uitleggen wat dat precies betekent.

    Met vriendelijke groeten,

    Monique

  • Tukkergirl

    wat ik zo begrijp zijn dat huwelijksafkondigingen

    of wel proclamaties.

    Thea

  • Monique

    Hallo Thea,

    Deze akte zit bij de huwlijkse bijlage, het is geloof is N.H.

    Er staat : 26e van Lentemaand 1e gebod

    2e van Grasmaand 2e gebod

    9e ———————- 3e gebod

    Ik ben gewoon benieuwd wat die geboden betekenen.

    Groetjes,

    Monique

  • Femke

    Hallo Monique,

    De uitdrukking bestaat nog steeds. Als men in ondertrouw is gegaan wordt wel gezegd “jullie staan onder de geboden”.

    Zoals Tukkergirl af aangaf wordt daarmee bedoeld de aankondigingen/bekendmakingen van het huwelijk.

    Het heeft bij mijn weten niets te maken met geboden in de zin van “je moet dit of je moet dat”.

    Hieronder de uitleg zoals vermeld in Stoett “Nederlandse spreekwoorden”.

    Vriendelijke groet, Femke

    612. Onder de geboden staan (of zijn),

    d.w.z. ondertrouwd zijn; fri. ûnder ‘e geboadens stean. Het znw. gebod heeft in deze zegswijze nog de verouderde beteekenis van bekendmaking, bepaaldelijk de openbare, wettelijke bekendmaking van een voorgenomen huwelijk, dus huwelijksafkondiging (fr. les bans; hd. das Aufgebot; eng. the banns). Vgl. in de middeleeuwen Leid. Keurb. 485, 7 (a. 1446): Dat geen poorter mitten anderen in der echtscip vergaderen en sullen, ten sij dat sij eerst hoir geboden gehadt hebben ende getruwet (sijn) in der kercken (Mnl. Wdb. II, 991). In deze zegswijze vertegenwoordigen de geboden of huwelijksafkondigingen den toestand van ondertrouw, waaronder of waarin de verloofden verkeeren; Ndl. Wdb. IV, 435-436; X, 1205; Halma, 151: Onder de geboden zijn, avoir des annonces. In Vlaanderen zegt men in ’t kasken staan of hangen (Schuermans, 224 a); in Groningen: in 't kastje, in de bakke, achter de troalies stoan (Molema, 531 b); in Kl. Brab.: in zijne geboden of geboôn liggen (zie Waasch Idiot. 236 b); in de Kempen: in zijne roepen liggen; in Antw.: onder de roepen zijn; in Limburg: van (de trappen van) den preekstoel geworpen