Nationale Militie

  • Tim

    Hallo

    Dit stond bij een akte van mijn bedovergrootvader bij de huwelijksbijlagen:

    In het inschrijvings-register van de gemeente Ede, van het jaar 1880, voor de lichting van het jaar 1881, is ingeschreven; dat hem bij de loting ten deel gevallen Nr. 15, en dat hij eenen nummeringswisselaar heeft gesteld, die op den 10 Mei 1881 is ingelijfd bij het 1e regiment Huzaren en vervolgens op den 8 Mei 1883 met eene vrijwillige verbintenis is overgegaan bij het regiment Huzaren.

    Wat betekend dit nu precies… en hoe werkte en zat dat allemaal met de Nationale Militie

    Alvast bedankt voor jullie reacties.

    Mvg,

    Tim

  • F.J.J. de Gooijer

    Een nummerverwisselaar is een plaatsvervanger. Wie geld had, ging tot ca. 1890 niet in de verplichte militaire dienst.

    Als pa rijk was, dan stapte hij naar een notaris en kocht voor veel geld een plaatsvervanger.

    Plaatsvervangers waren vooral duur in de periode 1830-1839. (Belgische Opstand)

    Omstreeks 1890 was men na het inloten verplicht zelf in militaire dienst te gaan. Het eerste echte Nederlandse leger bestond pas in 1914-1918. In die periode moesten ook de jongen die vrijgeloot hadden opkomen.

    Tegenwoordig hebben we weer een leger dat uit plaatsvervangers bestaat. We zijn weer terug in de tijd van de rijke en arme jongentjes, zoals in de periode van 1814 tot ca. 1890.

    MVG

    Frans

  • Robert Kolk

    Hallo, F.J.J.de Gooijer,

    Hoezo, had Nederland geen leger voor 1914 ?

    Mijn opa werd ingeloot van de lichting 1906, Steenwijk.

    Hij werd ingelijfd en moest opkomen per 1 maart 1907 bij het 5e Regiment Infantrie, vallend onder de 4e Divisie.

    In 1907 werd hij korporaal, later in dat jaar sergeant als dienstplichtig militair.

    Vanaf 1907 is hij al voor WO1 wisselend met groot verlof gegaan en dan weer opgeroepen.

    Het veldleger bestond toen uit 4 divisies , een cavalleriebrigade, en de landweer.

    In 1913 werd het leger gereorganiseerd en werd hij ingedeeld bij het 16e Regiment Infanterie.

    Ingaande 1 maart 1916 werd hij afgekeurd wegens een blessure in de dienst opgelopen.

    In totaal heeft hij bijna 3 jaar tijdens de diverse opkomsten dienst gedaan.

    Op 1 augustus 1914 was er mobilisatie. Maar voor die datum was er toch echt een leger.

    In totaal is mijn opa 10 keer opgeroepen. Bij z'n huwelijk kreeg hij zoals gebruikelijk toestemming van z'n militaire commandant.

    Met vr.groet,

  • Ida

    Ter Informatie v.h. Nationaal Archief:

    "Mijn voorouder was militair bij de landmacht vanaf 1813

    In de periode vanaf 1813 is er geen sprake meer van huurlegers. In principe bestaat er dienstplicht voor iedere mannelijke ingezetene in Nederland. Door een lotingssysteem werd er bepaald wie er het leger in moest en wie niet. Was men ingeloot maar wilde men niet in dienst, dan was het mogelijk de dienstplicht door een ander te laten vervullen: een remplaçant (plaatsvervanger). Ook kon men zijn plaats laten innemen door iemand die niet was ingeloot: een nummerwisselaar. Daar moest men echter wel wat geld voor over hebben. Uiteindelijk werd in 1898 de persoonlijke dienstplicht ingevoerd. Het maakt voor uw onderzoek niet uit of de door u gezochte voorouder beroepsmilitair is geweest of dat hij dienstplichtig soldaat was. In de stamboeken wordt een dienstplichtig soldaat overigens “loteling” of “milicien” genoemd."

    Met vriendelijke groet,

    Ida