Belgische arbeiders textielfabriek Hofkes te Almelo 1831

  • joke

    In 1829 vroeg de firma Hofkes & Co uit Almelo een vergunning aan voor het oprichten van een kleine stoomspinnerij. Zij kochten de stoommachines in Gent België. Omdat het in die prille beginfase moeilijk was om geschoolde arbeidskrachten te vinden die de stoommachines konden bedienen en onderhouden, liet de firma Hofkes in februari 1831 acht geschoolde Belgische gastarbeiders uit Gent overkomen. Mogelijk is een van die acht werklieden mijn betovergrootvader Francois Igosse/Ygosse.

    Ik ben op zoek naar de namen van die arbeiders en verdere gegevens. Wie kan mij hierover wat meer vertellen????? of waar zou ik documentatie daarover kunnen vinden.

  • verhulst

    Heb je dit gezien in Tubantia ???

    http://www.tctubantia.nl/regio/almelo/historischalmelo/article2347882.ece

    In eerdere afleveringen hebben we de historie van een paar oude Almelose textielfabrieken behandeld.

    In deze aflevering gaan we in op het ontstaan van de eerste Almelose textielfabriek, die zelfs de eerste in Twente blijkt te zijn.

    Tot circa 1850 was er sprake van huisnijverheid. Veel inwoners van onze stad verdienden in de winter een centje bij met het verwerken van vlas tot linnen en met het weven van linnen doeken. Deze producten werden door fabriceurs opgekocht. Eén van deze fabriceurs was H.E. Hofkes.

    In 1829 vroeg de firma Hofkes & Co. een vergunning aan voor het oprichten van een kleine stoomspinnerij. De vergunning werd op 28 januari 1831 verleend. De Almelose textielindustrie was geboren! In mei 1831 vroeg Hofkes bij de Provincie Overijssel een lening aan ter waarde van 3000 gulden voor uitbreiding van zijn fabriek. Jammer genoeg voor Hofkes werd de lening niet verstrekt. Toch draaide de fabriek heel behoorlijk. In de periode van 7 februari tot 2 juli 1831 werd 12.218,58 pond katoenen garen gesponnen. Naast het machinaal spinnen was het op grote schaal verwerken van ruwe katoen nieuw voor ons land. Een groot deel van de ruwe katoen werd uit Noord- Amerika aangevoerd. In deze beginfase was het moeilijk om geschoolde arbeidskrachten te krijgen die de stoommachines konden bedienen en repareren. Deze arbeidskrachten waren echter wel in Gent voor handen. In februari 1831 arriveerden acht werklieden uit Gent in de fabriek van Hofkes.

    Geheel probleemloos verliep de intocht van de Gentenaren niet. In 1830 had het huidige België (in 1815 was België bij ons land gevoegd) zich met een opstand van ons land los gemaakt. De gouverneur van de Provincie Overijssel vroeg burgemeester en wethouders van Almelo de Gentenaren goed in de gaten te houden. Vooral wanneer deze arbeiders zich in de lokale herbergen ophielden dienden hun ‘gangen en gesprekken’ op de voet gevolgd te worden. Voor zover bekend zorgden de Belgen in onze stad niet voor problemen.

    De fabriek van Hofkes aan de huidige Marktstraat bleef, hoewel zijn tijd ver vooruit, heel kleinschalig. Tegen het einde van de 19e eeuw verdween de fabriek van Hofkes onder druk van de concurrentie van andere snel groeiende Almelose textielfabrieken. In 1905 overleed de laatste mannelijke telg van het geslacht Hofkes in het statige Hofkeshuis aan de Grotestraat 62.