De "Wet op het Gemaal".

  • Ad G. Kooiman Azn

    Als 7e korenmolenaar op rij (en mogelijk zelfs de 11e) wil ik nu eindelijk wel eens weten wat ge noemde wet inhoudelijk

    denkt te kunnen regelen. Mijn voorgeslacht heeft vele zuur ( en zwart) verdiende pegulanten moeten afdragen omdat zij

    zich niet hielden aan de door de “Heeren Staaten van Holland & Westfriesland” die bij “Placaat van 29 maart 1680”

    dachten e.e.a. goed geregeld te hebben. Wie kan mij helpen aan (een verwijzing naar) een transcriptie/fotocopie van deze

    inmiddels 330 jaar oude wet. En dan bedoel ik niet de wet van 08 nov. 1755. De kosten n.o.t.k.

    Bij voorbaat dank, met vriendelijke groet, AdGKAzn.

  • Jerry N. J. Vondeling

    Beste Ad,

    Bij de "Wet op het gemaal“ denk ik gelijk aan de ”Belasting op het gemaal" Ik weet niet of je dit bedoeld.

    Ruim 260 jaar lang (tot 1855) bestond er een belasting op het gemaal, waarmee bedoeld werd dat er voor elke zak graan die ter vermaling bij de molen werd aangeboden, een bepaald bedrag aan belasting (impost) moest worden betaald. Deze zogenaamde belasting op het gemaal werd in het begin van de Tachtigjarige Oorlog ingevoerd en diende met name ter financiering van de strijd tegen Spanje. Na deze oorlog bleef de belasting gehandhaafd en werd uiteindelijk pas afgeschaft in 1855.

    Ook bestaat er een “Reglement op het gemaal” uit 1818 (hier in te zien)

    Betreffende de wet op het gemaal vond ik hier de resoluties van 1822, dit is een artikel van dhr. Poppen. Tevens heeft dezelfde schrijver ook een boek uitgebracht over de Belasting op het gemaal;

    De belasting op het gemaal in Stad en Ommelanden 1594-1856: een aspect van onze sociaal-economische geschiedenis waarin molenaars en cherchers centraal staan, Uithuizen, 2004, ISBN 90-808503-1-4 Misschien vind u daarin wat u zoekt.

    Of wellicht is het handig, omdat deze vraag meer met “het gemaal” te doen heeft dan met genealogie, deze vraag ook te plaatsen op het molenprikbord (http://molen.startpagina.nl/prikbord/)

    Misschien kan ook Stichting Molendocumentatie (SMD) wat betekenen?

    Groeten,

    Jerry Vondeling

    vrijw. molenaar.

  • Ad G. Kooiman Azn

    Geachte Jerry Vondelig, Hartelijk dank voor de buitengewoon snelle beantwoording van mijn vraag inz. de "Wet op het ge-

    maal'". In mijn bezit is een origineel exemplaar van genoemde wet en ik zou graag weten hoe het vootgaande - of een van

    de voorgaande exemplaren - laat zien dat de voorschriften aangaande de accijnsheffingen steeds meer aandacht kregen.

    Er viel iets te halen bij de “koornmolenaars”. Het eerste gedeelte van uw antwoord was mij dus bekend! En waarom?

    Gevonden bij het Öud Papier". Toen ik ooit - inmiddels een eeuwigheid geleden - begon met het genealogisch onderzoek

    vond ik in het Rechterlijk Archief (RA) van mijn woonplaats 2 processen verbaal waarin stond opgetekend dat mijn over-

    grootvader was betrapt op ZWARTMALEN. Hij was bezig - of had dat reeds gedaan - met malen van een partij graan de

    verplichte bonnen afgetekend per zak in de verzegelde molenbus te deponeren. De max. boete hierop bedroeg 45 gulden.

    Dit speelde zich af in zomer 1844. Op 05-12-1845 werd hij wederom bezocht door dezelfde douaniers - hun vertrouwen in

    de molenaar was kennelijk niet sterk, men betrapte hem wederom op hetzelfde vergrijp als eerder. De maximale boete

    bedroeg nu - waarschijnlijk wegens recidivisme - 450 gulden. Wat hij werkelijk betaald heeft heb ik nog niet achterhaald.

    Vast staat dat hij niet hield van “malen voor de Prins” maar deze wijze van malen kan toch ook niet profijtelijk genoemd

    worden. Terwijl genoemde heren hem de levieten lazen verwijderde hij zich en kwam even later terug met de bonnen "waar-

    van de inkt nog vloeiende was“. (Zie ”Verhaäl Kooiman" elders in dit apparaat) Als 7e molenaar op rij heb ik de lier aan

    de wilgen gehangen. Te laat ontdekte ik dat de molen al zo"n 6 a 7 generatie - mogelijk zelfs 10 - in de familie was.

    U als vrijwillige molenaar heeft ongetwijfeld gelezen dat “De Jonge Sophia” weer in volle glorie draait en zelfs maalt.

  • Jerry N. J. Vondeling

    Beste Ad,

    Niets te danken, graag gedaan, Inderdaad heb ik, mede als lezer van het molenprikbord, en als molenaar van de situatie van de Jonge Sophia gehoord.

    Het is mooi dat deze molen weer in goede staat is!

    Interessant dat zulke stukken tijdens genealogie onderzoek nog naar boven komen! Zelf ben ik bezig, naast genealogie, ook de historie van de Hoogeveensche molens boven water te krijgen, en dat is aardig gelukt. Ook hierbij zijn aardig interessante stukken die, soms nog onbekende, informatie bevatten boven water gekomen.

    Groeten,

    Jerry

  • Jerry N. J. Vondeling

    Beste Ad,

    Ik heb de vraag ook maar even op het molen prikbord geplaatst,

    Dhr Popppen verwees mij voor meer informatie naar de volgende site, waar ook het boek vermeld staat waar ik eerder over berichtte;

    sarries hutten in de provincie Groningen

    Boek over de belasting op het gemaal

    Tevens vermeldde hij; "In 1680 hadden we de Republiek der 7 Provinciën.

    Nederland als een eenheidsstaat bestond toen nog niet, dat kwam pas na de Franse tijd.

    Iedere provincie maakte toen dus nog zijn eigen wetten en nam zijn eigen besluiten, al kwamen die in grote lijnen natuurlijk wel overeen met de andere provincies en gewesten. Inhoudelijke verschillen kwamen echter wel veel voor.

    "

    Groeten,

    Jerry

  • Jerry N. J. Vondeling

    Beste Ad,

    Op het molenprikbord werd ik verwezen naar Googlebooks, daarin werd de wet uit 1755 beschreven, maar die kende je al.

    Als reactie op dat bericht werd ik verwezen naar het Nederlandsch placaat-en rechtskundig woordenboek waarin op pagina 322 het placaat van 1680 wordt vermeld. Het volledig woordenboek, van 600 pagina's, is eveneens op Google Books, is in te zien en te downloaden op:

    Groeten,

    Jerry

  • A.G. Kooiman Azn

    Beste Jerry.

    Hartelijk dank voor je reacties. Ik had op mijn vorige bericht nog een vervolg getypt omdat het einde zo abrubt was vanwege mijn langdradige stijl. Jed tip om het eens op Googlebook te proberen zal ik zeker uitvoeren. Het “Placaat van de Staaten van Holland en West Friesland” uit 1680 kan erg interessant zijn en ik hoop daarin de waarheid ted kunnen vinden betreffende de stelling die mijn grootvader aanhing nl dat de “ambtenarij” was uitgevonden om de “eerlijke” en hardwerkende zelfstandige dwars te zitten. Let wel, dit was ZIJN stelling. Het leuke van genealogie is dat je kunt zien dat in het verloop der jaren (eeuwen) het politieke en religieuze denken in hedt voorgeslacht aan veranderfing onderhevig is en dat een familie die bv in 1795 het patrotisme van toen omarmt en de Remonstrantse leer aanhangt, kan veranderen in echte Oranjeklanten (zonder voetbalfanaten te worden) en de Remonstrantse dogma*s verfoeit!

    Waar hadden we het over?! Stokpaardjes! Nogmaals bedankt voor je advies. Zodra het “Placaat” uit 1680 - en misschien wordt daarin weer naar een nog vroegere verwezen - laat ik het je weten.

    Met vriendelijke groet,

    Ad.

  • Jerry N. J. Vondeling

    Beste Ad,

    Niets te danken, graag gedaan, ik ben benieuwd wat de uitkomst zal zijn!

    Groeten,

    Jerry,

  • Bob Poppen

    Er zijn zeker “nog vroegere” documenten, aangezien de belasting op het gemaal een zeer oude geschiedenis heeft.

    Zo besloten de gewesten Holland en Zeeland tijdens een gezamenlijke vergadering in Delft, in 1574 enige “gemeene middelen” in te voeren, om de oorlog te kunnen bekostigen. Oftewel ter financiering van de opstand tegen Spanje.

    Andere gewesten volgden dit voorbeeld. Zo werd bijvoorbeeld de impost op het gemaal in Utrecht vanaf 1577 ingevoerd, in Friesland in 1580 en in Groningen, na de reductie, in 1594.

    Vanaf deze jaartallen hebben de bestuurders van de verschillende gewesten met regelmaat vele ordonnanties, vaak middels plakkaten, uitgevaardigd.

    Na de Franse tijd gebeurde dit vanuit het landelijk bestuur, tot de afschaffing van de belasting op het gemaal in 1855.

    Aangezien gemeenten de vrijheid hadden deze maatregel niet uit te voeren, duurde het tot 1886, toen Vlissingen en Veere als laatste gemeenten de belasting op het gemaal afschaften, dat deze belasting echt verleden tijd was.

    Oftewel: er is een schat aan informatie over dit onderwerp te vinden, en vrijwel alles is bewaard gebleven, aangezien het overheidsbesluiten waren, die allemaal zijn genotuleerd.

    Meer en uitgebreidere informatie over dit onderwerp kunt u lezen in mijn reeds door Jerry Vondeling vermelde boek en op mijn website: http://www.bdpoppen.nl

    Veel succes gewenst bij uw interessante speurtocht.

  • Ad G. Kooiman Azn

    Waarde heren Vondeling & Poppen.

    Hartelijk dank voor jullie buitengewone adviezen! Laat ik nu toch even bang geweest zijn dat ik met het vinden

    van het “placaat” uit 1680 uitgespit zou zijn. Ha ha! Een nieuw zoektraject zag ik al voor mij .t.w. het ontstaan (jaar) en het

    verloop (wijzigingen enz.) van de regelgeving rondom “het RECHT op de WIND”. De argeloze burger mag dan denken dat de molenaars van destijds maar frank en vrij mochten laten draaien - Gods wind is toch voor iedereen vrij - maar wij die een

    tik van de molen hebben weten wel beter.

    Hoe dan ook, desgewenst houd ik u beide op de hoogte van mijn vordeingen die overigens wel de nodige inspanning zullen

    vergen want mijn voortvarendheid en deskundigheid op deze apparatuur is te vergelijken met de smelheid waarmee mijn

    overgrootpapa zijn molen- of maalbonnen invulde. Gering dus!

    Mocht dat niet binnen een maand het geval zijn dan wens ik jullie goede Kerstdagen, een rustige lawaaivrije jaarwisseling

    en

    een gezond en schadevrij 2011!!!!